Heggenmus - Prunella modularis - Dunnock

De heggenmus leeft in het noorden van Europa en bewoont daar de naald- en loofbossen. Hij wordt echter ook vaak gezien in parken en tuinen.

De heggenmus is een redelijke standvogel, de meeste overwinteren gewoon in onze omgeving. Terwijl er toch bij zijn die in de winter wegtrekken naar Zuid-Europa.

De heggenmus is een echte insecteneter. In de wintermaanden zijn er echter weinig insecten, zodat hij dan overschakelt op zaden.

Om deze zaden te malen is zijn maagwand te zwak, daarom verandert in het najaar zijn maagwand in een hardere variant, zodat de zaden toch gemalen kunnen worden.

De extra ruimte die nodig is voor de zaden wordt gemaakt door de maag te vergroten.

Dit kan natuurlijk niet zomaar in een lichaam, daarom worden de teelballen in de zelfde periode kleiner. De pop heeft deze ruimte al, omdat er in deze periode geen eieren worden gelegd.

mannetjes heggenmussen hebben een zeer vernuftig systeem om voor nakomelingen te zorgen.

Een mannetje pikt voor de paring de pop een aantal keren rond de cloaca zodat deze het sperma dat het laatst is ingebracht uitscheidt.

Het sperma van indringers kan hij namelijk onderscheiden van zijn eigen sperma. Zo weet hij dus of z'n vrouwtje is vreemdgegaan of niet.

Het vrouwtje wordt gedwongen om dit vreemde sperma te verwijderen, waarna het mannetje dit sperma gelijk vervangt door het zijne.

Dit doet hij om niet nodeloos de jongen van een andere man op te voeden, maar jongen met zijn genen op te voeden.

Heggenmussen zijn niet echt monogaam, zo blijkt 90% van de jonge heggenmussen niet gevoerd te worden door de werkelijke vader. Dit is op zich ook wel weer verklaarbaar,

omdat er vaak een extra hulpje wordt ingeschakeld om het kroost mee op te voeden.

Het nest is van een stevig soort en opgebouwd uit takjes. De binnenkant wordt bekleed met mos en veertjes. In dit nest worden 3 tot 6 blauwe eieren gelegd.

De broedtijd bedraagt 13 dagen. Jonge vogels verlaten 14 dagen later het ouderlijke nest.

Ze zijn op dat moment nog wel erg kwetsbaar, hierdoor worden ze vaak een prooi voor gaaien, eksters of kraaien.

Omdat dit een bekend probleem is, lossen de heggenmussen dit op door per jaar meerdere nesten groot te brengen.